De lobbenpomp maakt gebruik van de mechanische werking van twee rotors met lobben. Door hun rotatie ontstaat aan de zuigzijde een vacuüm, waardoor de mengmest in het pomphuis aangezogen kan worden. De mengmest wordt dan door de lobben aangedreven, vloeit langs de rotorwand en wordt aan de andere kant naar buiten geduwd. Deze pompen nemen weinig ruimte in zelfs als ze een vrij grote capaciteit hebben. Hun zuigprincipe garandeert een maximale stabiliteit en voorkomt bijna alle trillingen. Bovendien zijn ze allemaal standaard uitgerust met een automatische uitschakeling (als optie op TETRALINER) en slijtringen. Ze hebben talrijke voordelen: een hoge snelheid bij het vullen en ledigen, de mogelijkheid om dikkere mengmest aan te zuigen dan met vacuümpompen, de compatibiliteit met lange zuigslangen of verspreidingswerktuigen, een pompprestatie gehandhaafd op meer dan 3,5 m diepte, een standaard uitrusting voor het mengen en overpompen van putten, een uitgangsdruk hoger dan 1 bar voor een goede verdeling bij grote werkbreedte, enz.